Er zitten twee luizen aan de bar in het café en de ene blijft maar bibberen.
De ander zegt, joh, heb je het zo koud, hoe komt dat?
Nou ik woonde in de snor van een motorrijder, steeds vol in de wind en kouououououdddd brrrrrr.
Nou dan heb ik een goede raad voor je, ga naar de damestoiletten , kruip op de bril en spring in de eerste bos haar die je daar ziet.
De volgende dag zitten ze weer aan de bar. De ene luis zit weer te trillen als een rietje. Heb je het nu weer koud? Heb je dan mijn goede raad niet opgevolgd?
Jawel ik heb gedaan wat je zei, heerlijk warm, zo warm dat ik lekker in slaap ben gevallen. Maar toen ik wakker werd, zat ik weer in die snor van die motorrijder. . . .